Een viertal gebruikte straddle carriers moesten vanaf Duisburg per barge worden vervoerd naar Rotterdam en aldaar als deklading worden overgeladen op een zeegaand schip met als eindbestemming Kotka in Finland.
Voor dit transport werd door de ladingbelanghebbende voor het gehele traject een transportverzekering afgesloten.
Na aankomst van de straddle carrier in Rotterdam werden deze stuk voor stuk door de stuwadoor aan boord van het zeeschip geplaatst en door een lash bedrijf verder vastgezet.
Tijdens deze belading werd opgemerkt, dat het zeeschip niet in balans was en de bij de belading aanwezige surveyors hebben daarop bij de kapitein van het schip de ballast tanks verder te vullen.
De eerste drie straddle carriers werden zonder enig probleem aan boord geplaatst. Bij de vierde ging het echter mis. Zodra deze straddle carrier aan boord was geplaatst ging het zeeschip richting de kade hellen met als uiteindelijk geval, dat deze straddle carrier met een donderend geraas op de kade neerstortte met alle gevolgen van dien. Het apparaat ging hierdoor totaal verloren.
Uit het onderzoek van de ingeschakelde experts bleek, dat de ballast tanks van het zeeschip vanwege een blijkbaar technisch mankement niet gevuld konden worden en daardoor niet zeewaardig zou zijn. Het zeeschip werd op last van de ladingbelanghebbende aan de ketting gelegd en mocht tevens van de bevoegde haven autoriteiten voorlopig niet uitvaren.
Hoe en op welke wijze een en ander verder gaat aflopen is op dit moment nog niet bekend. Wordt vervolgd!