Van oudsher worden verzekeringsovereenkomsten beschouwd als overeenkomsten van de uiterste goede trouw . Vandaag aan de dag spreekt men in plaats van goede trouw, van redelijkheid en billijkheid.
Bij een verzekeringsovereenkomst dienen verzekeraar en verzekerde de verplichtingen die in deze overeenkomst zijn opgenomen na te komen. In het uiterste geval kunnen partijen de juiste nakoming van de verplichtingen onder deze overeenkomst afdwingen door een oordeel van de rechter.
Een bedrijf dat allerlei zaken importeert sluit een doorlopende transportverzekering af, waaronder automatisch alle zendingen die voor zijn risico en rekening reizen zijn verzekerd.
De premie verrekening van deze transportverzekering zal op basis naverrekening van vervoerde omzet worden berekend. De verzekerde betaalt daarom per een voorschotpremie en dient jaarlijks de werkelijk vervoerde omzet op te geven voor de definitieve premieberekening.
Op enig moment meld de verzekerde onder deze polis een schade aan. Gelet op de omvang hiervan wordt namens de verzekeraar een expert benoemd.
Uit het onderzoek van de expert en het gesprek dat deze met de verzekerde mocht hebben blijkt, dat de werkelijk vervoerde omzet immer hoger is geweest, dan door verzekerde werd opgeven aan de verzekeraar.
Ne een indringend gesprek geeft de verzekerde toe dit “per ongeluk” zo altijd te hebben opgegeven en het bespaarde toch ook premie!
De verzekeraar wenst terecht correctie van een aantal naverrekeningen alvorens tot afwikkeling van de schade over te gaan.