Levering onder Free on Board

08 februari 2018

                                         Enige tijd geleden werd mij een casus voorgelegd bij de levering van zaken, waarbij verkoper en de koper hiervan met elkaar contractueel de Incoterm FOB 2010 Rotterdam waren overeengekomen.De...

Read more

Een vijftig tal nieuwe auto’s worden verscheept naar de haven van Nouakchott in Mauritanië op basis van de Incoterm CFR ( Cost and Freight) Nouakchott. Een en ander impliceert, dat het risico van schade aan en verlies van deze auto’s overgaat van verkoper op koper, zodra deze de scheepsreling  zijn gepasseerd in de haven van verscheping. Of de ontvanger een transportverzekering heeft afgesloten is ge heel niet duidelijk.  Er zijn bij belading geen bemerking gemaakt op de Bill of Lading.
In deze Bill of Lading wordt uitdrukkelijk verwezen naar de toepasselijkheid van  Hague-Visby rules.

Tijdens de zeereis komt het schip in zwaar weer terecht en door de extreme krachten breekt één van de sjorbanden waarmee de auto’s in het ruim zijn vastgezet.
Hierdoor raakt één van de auto’s los en beschadigd al rollend andere auto’s in het ruim.
De ontvanger stelt de rederij aansprakelijk voor de schade aan de auto’s

Evenals de rederij benoemt ook de ontvanger  in Nouakchott een schade-expert in die blijkbaar gezamenlijk de schade opnemen.   Het blijkt, dat schade-experts aldaar vrij zeldzaam zijn, dus is het roeien met de riemen die je hebt. 

Na enige tijd rapporteert de schade-expert aan de rederij en volgens diens rapport zou de schade aan de auto’s in totaal een bedrag van USD 7.300,-- bedragen, hetgeen alleszins meevalt gelet op de omstandigheden tijdens de zeereis.
Gaat men echter de genoemde bedragen in het expertise rapport van deze expert bij elkaar optellen, dan zou het schadebedrag op USD 4.600,-- uitkomen!  Het verschil tussen deze twee bedragen blijft ook bij navraag  onverklaarbaar. Dus onduidelijkheid alom!

Dan meldt zich de ontvanger van de desbetreffende auto’s bij de reder met zijn claim en vraagt deze vrolijk om een vergoeding USD 48.500,--. Dit schadebedrag zou tijdens de “gezamenlijke” expertise door de expert van de ontvanger zijn vastgesteld.

Ook hier geldt dat niemand enig flauw benul heeft van de samenstelling en berekening van dit bedrag, los van het feit dat een en ander ook niet door enig document wordt onderbouwd.

De conclusie is dat de heren experts een stel rare snoeshanen zijn en er met elkaar een potje van maken en wat is waar en niet waar?

De rederij maakt echter korte metten ( en is het geheel wellicht ook wel zat) met een en ander en beroept zich op de Hague Visby rules en wijst  de aansprakelijkheid met betrekking tot de schade van de hand daar deze kan worden toegeschreven aan perils of the sea.

Of de ontvanger zich bij dit standpunt definitief  neer gaat leggen is nog niet bekend.
Wie weet krijgt dit verhaal nog een vervolg.