Niet ieder staat altijd stil bij het belang van een transportverzekering en wat de gevolgen zijn van het al dan niet of niet goed afsluiten van dergelijke verzekering.
Hieronder volgen enkele praktijkgevallen waarbij het niet helemaal goed is gegaan.
Een Nederlands visspecialiteiten bedrijf verkoopt aan een Chinese afnemer een partij vis marinades.
Deze partij marinades wordt per vliegtuig door China Eastern Airlines van Amsterdam naar Qingdao vervoerd. Tijdens het lossen uit het vliegtuig van deze partij marinades gaat het in Qingdao echter mis en valt de gehele pallet met marinades naar beneden en raakt daardoor dusdanig beschadigd, dat de marinades niet meer bruikbaar zijn en een totaal verlies derhalve.
De afzender stelt de door hem in Nederland ingeschakelde expediteur voor de totale schade, inclusief gevolgschade aansprakelijk en wel voor een bedrag van Euro 29.000,--.
De expediteur op zijn beurt stelt namens alle belanghebbenden in dit geval de luchtvervoerder aansprakelijk voor de door hem aan de marinades toegebrachte schade.
De expediteur beroept zich richting de afzender op de van toepassing zijnde Fenex condities
van 1 juli 2004 en wijst op grond hiervan iedere aansprakelijkheid voor het ontstaan van deze schade van de hand.
Dan blijkt, dat tussen de afzender (verkoper) en afnemer (koper) de algemene voorwaarden gelden van de afzender (verkoper). Deze voorwaarden bepalen onder andere, dat de het risico van schade en verlies aan de goederen tijdens transport voor rekening zijn van de afnemer .
Blijkbaar is de afzender om onbegrijpelijke redenen niet of niet voldoende bekend met de bepalingen van zijn eigen voorwaarden. De afzender is op grond van zijn eigen voorwaarden zelfs niet gerechtigd om de schade te reclameren bij de schadeveroorzaker.
De afzender is hierop uitdrukkelijk gewezen, maar los van het onbegrip kon dit standpunt op weinig of geen sympathie van de zijde van de afzender rekenen.
De praktijk leert echter hoe typisch ook, dat afzenders en afnemers vaak niet of onvoldoende op de hoogte zijn van de inhoud en de daaruit voortvloeiende gevolgen van de onderling gemaakte afspraken.
Het spreekt bijna voor zich zelf, dat de afnemer (koper) niet heeft zorggedragen voor het afsluiten van een deugdelijke transportverzekering en daardoor nergens op terug kan vallen.
De betrokken luchtvaartmaatschappij in deze erkent uiteindelijk zijn aansprakelijkheid, doch deze mag zijn vergoeding beperken op grond van het van toepassing zijnde Verdrag van Warschau/Verdrag van Montreal tot 19 S.D.R. per bruto verloren gegaan kilogram, hetgeen neerkomt op een vergoeding van ongeveer Euro 4.000,--.
Voor de gevolgschade kan de luchtvervoerder niet worden aangesproken.
De afnemer blijft uiteindelijk met een behoorlijke schadepost zitten.
Al met al zouden deze problemen niet in deze mate hebben bestaan indien zowel de afzender als de afnemer over voldoende handelskennis hadden beschikt. Dit mogen ze zich zelf best aanrekenen!
Zo was er eens een handelsmaatschappij in laboratoriumgoederen gericht op biosystems die een transactie aangaat met in Saudi Arabië gevestigd bedrijf.
Over het een ander wordt goed nagedacht en de verkoper in deze komt met de koperde Incoterm
CIP (Incoterms 2000) en dit wordt keurig op alle documenten, waaronder de handelsfacturen vermeld.
Het is de bedoeling, dat deze zending per vliegtuig wordt vervoerd. Hiertoe benadert de verkoper een logistiek dienstverlener, welke zich met name bezighoudt met het doen verzorgen van luchttransporten.
Deze logistiek dienstverlener krijgt de opdracht om dit transport te verzorgen.
Vermeld dient te worden, dat het hier goederen betreft, die gekoeld vervoerd moeten worden en zijn daarom verpakt in piepschuim dozen, waarin zich icepacks bevinden.
De zending wordt door de verkoper gereed voor transport gemaakt en de logistiek dienstverlener laat deze door een vervoerder ophalen en naar zijn luchtvrachtloods brengen.
Na enkele dagen blijkt, dat deze zending nog in de loods staat en niet zijn uitgeleverd aan de luchtvaartmaatschappij voor het transport.
De zending moet als verloren worden beschouwd, daar de icepacks hun koelfunctie hebben verloren.
De verkoper wordt direct hiervan op de hoogte gesteld en deze stelt op zijn beurt de logistiek dienstverlener, mede namens de koper, aansprakelijk voor de ontstane schade.
Op enig moment meld de koper zich bij de logistiek dienstverlener en deze dient en passant een claim in van £ 18.000,-- met het vriendelijk verzoek dit bedrag over te maken.
De logistiek dienstverlener beroept zich echter op de toepasselijkheid van de Fenex condities en biedt de koper op basis van het gewicht, zijnde 40kg in dit geval, een vergoeding aan van € 176,--, zijnde 40kg x 4 S.D.R. per kg.
Voorts verwijst de logistiek dienstverlener naar de transportverzekering, die overeenkomst de CIP Incoterm door de verkoper ten behoeve van de koper is afgesloten en verzoekt de koper daaronder zijn schade te reclameren.
Dan komt de aap uit de mouw en blijkt dat de verkoper geen transportverzekering heeft afgesloten.
Het blijkt, dat de verkoper over onvoldoende kennis beschikte omtrent zijn verplichtingen die uit het overeenkomen van de Incoterm CIP (INCOterm 2000) voortvloeide met het gevolg als hiervoor genoemd.
Uiteindelijk hebben verkoper en koper onder de door hen afgesloten overeenkomst een probleem, dat door de verkopende partij opgelost zal moeten worden.
Ken je klassiekers zou ik haast zeggen.
C.D. van Maurik
RMIA CII