Een Nederlands bedrijf ontvang van een Deense klant de opdracht een stoomturbine te revideren.
Deze stoomturbine staat opgesteld bij een vuilverbrander en wordt gebruikt voor het aandrijven van een generator voor het opwekken van stroom voor levering aan het openbare net. Naast elektriciteit levert de installatie warmte voor stadsverwarming.
Het Nederlandse bedrijf (hoofdaannemer) schakelt voor bepaalde werkzaamheden die aan de turbine moeten worden verricht een onderaannemer in. De turbine wordt over de weg naar de werkplaats van de onderaannemer vervoerd.
Deze onderaannemer bevestigd schriftelijk de opdracht aan de hoofdaannemer en tussen deze twee partijen worden de Metaalunievoorwaarden overeengekomen.
Nadat alle werkzaamheden aan de turbine zijn verricht voert een medewerker van de onderaannemer nog een eindcontrole uit. De rotor van de turbine (met een gewicht van 1.100 kg) moest vervolgens van de draaibank in een houten kist worden gelegd voor het retour transport naar de hoofdaannemer.
De rotor werd hiertoe gehangen in twee polyester hijsbanden en opgepakt met de werkplaatskraan. Toen de rotor vrij in de kraan hing scheurde één van de hijsbanden plotseling af en viel de rotor. Door deze val ontstond er schade aan drie schoepenrijen van de rotor. Een ingeschakelde expert begrootte de schade voorlopig op € 265.000,--!
Gelet op de extra hersteltermijn hierdoor komt de tussen de hoofdaannemer en de Deense klant overeengekomen leverdatum in de knoei, welke laatste al direct te kennen geeft, dat in geval van productieverlies deze kosten te zullen verhalen.
De hoofdaannemer stelt de onderaannemer voor de schade en alle daaruit voorvloeiende kosten schriftelijk aansprakelijk.
Zoals al eerder is aangegeven zijn tussen partijen de Metaalunievoorwaarden overeengekomen.
Artikel 13.1 (Aansprakelijkheid) van deze voorwaarden bepaalt, dat de opdrachtnemer (onderaannemer in dit geval) aansprakelijk is voor schade die de opdrachtgever (hoofdaannemer) lijdt en die rechtstreeks en uitsluitend gevolg is van een aan de opdrachtnemer toe te rekenen tekortkoming. Voor vergoeding komt echter alleen in aanmerking die schade waartegen opdrachtnemer verzekerd is, dan wel redelijkerwijs verzekerd had behoren te zijn.
Volgens artikel 13.2 van deze voorwaarden komt onder andere niet voor vergoeding in aanmerking bedrijfsschade waaronder bijvoorbeeld stagnatieschade en gederfde winst. Verder wordt in dit artikel bepaald, dat opzichtschade, schade die door of tijdens de uitvoering van het aangenomen werk wordt toegebracht aan zaken waaraan wordt gewekt of aan zaken die zich bevinden in de nabijheid van de plaats waar gewerkt wordt, is uitgesloten.
Op grond van deze bepalingen kan de onderaannemer zijn aansprakelijkheid tegenover de hoofdaannemer beperken dan wel uitsluiten.
Voor de hoofdaannemer is het in dit kader belangrijk na te gaan, welke voorwaarden hij met zijn opdrachtgever is overeengekomen en of hij eveneens zijn aansprakelijkheid kan beperken dan wel uitsluiten. De hoofdaannemer is en blijft aansprakelijk voor de door hem ingeschakelde hulppersoon in dit geval.
Het Deense bedrijf blijkt, voor zover de informatie thans juist is, niet tegen een dergelijke schade te zijn verzekerd, hetgeen niet echt handig te noemen is.
Hoe deze zaak verder zal gaan aflopen is tijdens het schrijven van dit artikel nog niet bekend, maar zodra de uitkomst hiervan vast staat kom ik hier zeker op terug. Ik ben benieuwd bij welke betrokken partij in dit geval uiteindelijk de stoom uit de oren zal komen.