Levering onder Free on Board

08 februari 2018

                                         Enige tijd geleden werd mij een casus voorgelegd bij de levering van zaken, waarbij verkoper en de koper hiervan met elkaar contractueel de Incoterm FOB 2010 Rotterdam waren overeengekomen.De...

Read more

Een luchtvrachtexpediteur krijgt van een importeur opdracht, welke laatste achter loopt met haar contractuele verplichtingen tegenover haar afnemers, om het transport door de lucht van Vietnam naar Nederland te regelen van een partij diepgevroren Barramundi filets.

Deze expediteur zal tevens zorgdragen voor de inslag van de filets in de vriescel na aankomst op Schiphol.

De importeur heeft deze partij filets op basis van C & Fr (Cost and Freight) Schiphol gekocht!

De leverancier komt enerzijds in tijdnood ten aanzien van het gereedmaken van 18.000 kg filets ( 1.800 kartons) en heeft anderzijds geen ervaring met de wijze van verpakken van diepgevroren filets voor luchttransport. Verschillende malen worden luchttransporten geboekt, geannuleerd en weer geboekt. Kortom een hectische periode.

Uit eindelijk resulteert een en ander dat de partij filets, verpakt in kartons, voor het transport worden voorzien van droog ijs en afgedekt met isolatiedekens. Het transport zal met drie verschillende vluchten worden uitgevoerd.

Dan slaat “Murphy’s Law” echt toe en blijkt tot overmaat van ramp een zending van 900 kartons bij overlading te Singapore vertraging te hebben opgelopen en komt met vertraging  vrijdag  op Schiphol aan.

Door een onduidelijke indicatie op het gezondheids certificaat geeft een medewerker telefonisch aan het opslagbedrijf door, dat het hier gekoelde goederen betreft en worden op zijn instructie gedurende het weekend in de koelcel op +6 graden Celcius opgeslagen.

Op maandag wordt deze partij van 900 kartons door een vervoerder opgehaald, die vaststelt dat een groot deel van de kartons zijn ingezakt en ontdooid. Hiervan maakt hij melding bij de ontvanger en op dat moment komt de gemaakte vergissing aan het licht.
Deze partij wordt overgebracht naar een opslagbedrijf en op – 20 graden Celcius opgeslagen.

Het komt tevens vast te staan, dat de ontvanger van deze partij niet voor een dergelijk voorval is verzekerd.

Onderzoek wijst uit, dat de gehele partij van 900 kartons filets ontdooid is geweest en in het tweede opslagbedrijf opnieuw zijn ingevroren. Hierdoor is blokvorming ontstaan terwijl onderin de zakken het visvocht als een klomp is bevroren. Het is dan voor alle betrokken partijen duidelijk dat deze filets niet meer geschikt zijn voor menselijke consumptie en worden daarom afgevoerd.

De ingeschakelde expediteur kan zich tegenover zijn opdrachtgever beroepen op de overeengekomen expeditievoorwaarden en zijn aansprakelijkheid uitsluiten dan wel beperken voor deze schade.

 

Een ander aspect dat een rol speelt is de tussen verkoper en koper gehanteerde handelskoopconditie C & Fr.

Dit roept de vraag op of deze partij feitelijk gezien wel voor rekening en risico van de ontvanger heeft gereisd, want deze handelskoopconditie dient te worden gebruikt bij vervoer van goederen over zee en binnenwateren.
Het risico van schade en/of verlies gaat hierbij over van verkoper op koper zodra de goederen de scheepsreling zijn gepasseerd in de verschepingshaven.

Al met al wordt door de ontvanger deze vis duur betaald en vist hij voorlopig ook nog eens een keer achter het net.