Een Nederlandse expediteur krijgt van een Duitse opdrachtgever een telefonische opdracht om een zestal containers inhoudende nieuwe auto’s via Antwerpen naar Georgië te laten verschepen.
De expediteur doet al geruime tijd naar tevredenheid zaken met deze opdrachtgever en verscheept regelmatig nieuwe auto’s naar Georgië.
De containers worden door een vervoerder opgehaald, de papieren worden keurig in orde gemaakt en via Antwerpen verscheept naar Georgië.
De expediteur schakelt ter plaatse een agent in, die de containers in ontvangst neemt en deze meldt een en ander aan de uiteindelijke ontvanger.
De ontvanger laat niet direct van zich horen en de containers blijven daardoor in opslag staan op de terminal.
Na enige malen tevergeefs getracht te hebben om contact te leggen met zowel de opdrachtgever als de ontvanger, wordt door de betrokken partijen besloten de containers te openen en te kijken welke lading zich hierin bevindt.
Dan blijkt tot een ieder zijn verbazing, dat het hier niet om nieuwe auto’s gaat, maar om verschillende autowrakken met aan- en toebehoren. Niks nieuwe auto’s!
Weer wordt getracht contact te krijgen met de opdrachtgever te Duitsland , doch deze blijkt echter met de Noorden zon te zijn vertrokken.
De expediteur wordt echter met een aantal problemen geconfronteerd. Allereerst wordt deze aangesproken door de bevoegde autoriteiten aldaar vanwege het illegaal dumpen van afval.
Ten tweede wordt de expediteur getrakteerd op een fikse nota voor de onbetaalde vracht- en opslagkosten van de containers. De containers hebben dan al twee maanden op de terminal in opslag gestaan.
Na overleg en enige discussie met de douane te Georgië wordt uiteindelijk door partijen besloten om de inhoud van de containers te vernietigen.
Om dit te kunnen bewerkstelligen moet de expediteur opnieuw een zestal Bill of Lading’s opstellen, waarop onder de beschrijving “quantity and description of goods” scrap metal moet worden vermeld.
Hierna worden autowrakken en dergelijke afgevoerd en vernietigd.
De expediteur laat het echter hier niet bij zitten en is een speurtocht begonnen naar de verblijfplaats van zijn opdrachtgever, hetgeen tot nu toe niet tot enig resultaat heeft geleid.
De expediteur is dus op slinkse wijze door zijn opdrachtgever opgelicht en deze heeft daardoor op een goedkope manier zijn afval kunnen dumpen en laat een ander met de brokken zitten.